Onderwijs

In de onderbouwgroep komen de jongste kinderen, veelal voor het eerst, in aanraking met (het nederlandse) onderwijs. De nadruk in deze groep ligt dan ook in de eerste plaats op het wennen aan de dagelijkse routines en het ervaren van school als een plezierige en veilige plek om te mogen zijn. Elke dag wordt er een vast dagprogramma gevolgd waarin veel ruimte is voor spel en ontwikkeling door (samen)spelen. 

In een periode van 4 tot 6 weken staat er een thema centraal wat terugkomt in kring, knutsel, bouw, reken- en taalactiviteiten. Zo is er al gewerkt over ‘dit ben ik’, ‘mijn familie’, ‘ de lente’ en ‘het huis/ verhuizen’. De thema’s sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen, zodat ze zich al snel betrokken voelen. De boeken en (digitale) praatplaten van ‘Bas’ zijn uitgangspunt voor elk nieuw thema. 

Een dag in de onderbouwgroep start met een kring waarin een vast aanbod van nederlandse liedjes gezongen wordt. De dagritmekaarten worden besproken en er is geregeld ruimte voor een gesprekje over emoties met behulp van emotiekaarten. Het is van groot belang dat de kinderen zich gezien voelen. Vaak volgt er een woordenschat activiteit waarbij concreet materiaal of een praatplaat op het digibord ingezet wordt. 

Na de kring is er uur ingepland voor buitenspel. De kinderen kunnen zich heerlijk vrij bewegen en leren op het schoolplein afspraken te maken rondom het samen delen en wisselen bij bijvoorbeeld de schommels en op de fietsen. 

Vervolgens volgt in de klas een kringmoment met eten en drinken waarna er tijd volgt voor binnenspel. De kinderen kiezen zelf een activiteit op het kiesbord. Er kan worden gekozen voor spelen in de huis-, bouw- of constructiehoek, maar ook voor een creatieve activiteit zoals tekenen, verven, knutselen of een motorische activiteit zoals spelen in de zandtafel, kleien of kralen rijgen. Ook reken- en taalactiviteiten komen in het spelaanbod terug. Zoals puzzelen, naleggen van figuren of het stempelen met letters. Er is een breed en gevarieerd aanbod zodat er ruimte is voor ieders interesse en de kinderen steeds weer nieuwe dingen kunnen leren en ontdekken.

Bij een overgangsmoment van opruimen en in de kring komen, is er in de kring de mogelijkheid om even met een speeltje uit de motoriekbak te spelen. Allerlei kleine speeltjes die een stukje fijne motoriek vragen. Deze bak wordt afgewisseld met de boekenbak. Er volgt nog een buitenspeelmoment (2 keer per week is het spel in het speellokaal) en er wordt geluncht in de kring. Bij de eet- en drinkmomenten wordt er een filmpje gekeken, waarbij de woorden van het thema dat centraal staat, opnieuw aan bod komen. In de middag wordt er opnieuw binnen gespeeld. De dag eindigt in de kring met een liedje, een spelletje of het samenspelen in tweetallen met een klein spelbakje waarvan ook weer een gevarieerd aanbod van motoriek of reken- en taalactiviteiten te kiezen is. 

Gedurende de dag is er veel aandacht voor elk individu. Sommige kinderen vinden het spannend om op school te zijn, sommige kinderen durven (nog) weinig van zich te laten horen, andere kinderen willen erg graag dichtbij een juf zijn en weer andere kinderen willen alleen doen wat ze al kunnen of in hun hoofd hebben en niets anders. En dit is nog maar een greep uit hetgeen de kinderen vragen en nodig hebben. Binnen de duidelijke vaste structuur en de vaste regels, leren de kinderen dat ze gezien worden en geholpen worden om hun plekje te vinden op deze - tijdelijke - school. 

In de midden- en bovenbouwgroep starten we de dag dagelijks in de kring met het zingen van Nederlandse liedjes. Daarna bieden we aan de hand van de thema's van de methode 'Wereld vol Woorden' en een PowerPoint presentatie nieuwe Nederlandse woorden aan, die we oefenen met materiaal en spelletjes. Na de taal/woordenschatles volgt de rekenles en daarna een pauze om wat te eten en te drinken en even buiten te spelen.

Na de pauze volgen de kinderen op eigen niveau een groepsdoorbroken leesles volgens de methode Veilig Leren Lezen, die wordt gevolgd door een tweede pauze. Na de schrijfles sluiten we de dag af met een creatieve les of gaan we nog even spelen.

De kinderen zijn vaak maar kort op Het Uitzicht (van enkele dagen, tot een aantal weken of maanden). Ze komen in een groep met leeftijdsgenoten, maar krijgen voor alle vakken groepsdoorbrekend instructie op verschillende niveaus. We proberen ieder kind zoveel mogelijk op zijn of haar eigen niveau te laten kennis maken met de Nederlandse taal. 

Veel kinderen worden na hun tijd op Het Uitzicht in 'het diepe' gegooid op een reguliere basisschool in de woonplaats waar ze terechtkomen. Soms is er nog een tussenstap in een zogenaamde taalklas (zoals op De Hoeksteen in Oud-Beijerland voor buitenlandse kinderen die in de Hoeksche Waard komen wonen), maar vaak ook helemaal niet. Op Het Uitzicht realiseren we ons dat we een tussenstap zijn en willen we de kinderen (en ouders) - voor zover dat mogelijk is - zo goed mogelijk voorbereiden op wat hen te wachten staat. Hoe gaat het eraan toe op een Nederlandse school?